Wat is mannelijkheid? Sinds de eerste en tweede feministische golf hebben vrouwen op bijna alle terreinen een inhaalslag gemaakt: in huis, met de zorg voor kinderen, in relaties en op het werk. Dat is allemaal heel goed geweest en zal ik zeker niet ter discussie stellen. In de lange geschiedenis van de mens hebben vrouwen in vrijwel alle opzichten het onderspit gedolven en het werd na tienduizenden jaren hoog tijd dat daar eens verandering in kwam. Oké, er bestaat nog zoiets als een glazen plafond en ongelijke beloning voor gelijk werk, maar het lijkt me een kwestie van tijd voor deze fenomenen ook uit de wereld verdwenen zijn, of dan toch op z’n minst uit de westerse wereld. Echter, terwijl de rol van de vrouw in de afgelopen anderhalve eeuw talloze keren is herzien, laten we vaak na om de rol van de man ook eens opnieuw onder de loep te nemen.

Hoe definieer je mannelijkheid in een wereld waarin het normaal is geworden dat mannen ‘papadagen’ inlassen en meepuffen bij zwangerschapsgymnastiek? Ik durf me niet te wagen aan een algemene definitie, vooral ook omdat uiteindelijk iedereen er iets anders onder verstaat. Gelukkig bestaan er nog altijd een soort standaardsituaties waarin het verschil tussen mannen en vrouwen snel duidelijk wordt, beide seksen zich vol overtuiging in hun rol schikken en verdere uitdieping van die rol niet nodig blijkt. Godzijdank.

Ik kwam net terug uit Groningen en reed het industrieterrein in Zutphen op. Bij het afdraaien van de rotonde kwam ik achter een oude, rode Peugeot 106 terecht met daarin een vrouw die bijna stapvoets de rotonde verliet. Na wat aandachtig kijken zag ik wat er aan de hand was: het rubber van de linker voorband flubberde bij iedere omwenteling van het wiel slap tegen het asfalt aan.

Ik toeterde kort. Toen ze in de spiegel keek, gebaarde ik dat ze langs de kant van de weg moest gaan staan. Ik parkeerde mijn auto voor die van haar, stapte uit, liep naar haar portier en vroeg of ze een reserveband in de auto had liggen. “Nee, die heb ik niet”, antwoordde ze na even nagedacht te hebben. Ik schatte haar achter in de veertig. Ze had blond golvend haar dat net tot haar schouders reikte en een gedrongen postuur dat me opviel toen ze uitstapte en naast de auto ging staan. Ze was niet onaantrekkelijk.

“Mag ik even in de kofferbak kijken?” “Ja hoor!” Ze opende de kofferbak, ik trok de bekleding omhoog en uiteraard lag daar gewoon een reservewiel in de uitsparing. “O, toch wel dus!” riep ze verbaasd. “Zal ik de banden even voor je verwisselen?” “Wil je dat? Dat zou echt geweldig zijn!” Grinnikend om de situatie die alle stereotypen bevestigde, liep ik terug naar mijn auto, pakte een krik en een dopsleutel en ging op m’n knieën naast haar auto zitten.

Een vriendin van me vertelde me ooit dat haar rij-instructrice haar tijdens een rijles op een gegeven moment maande om te stoppen. De vrouw zei: “Oké, nu ga ik je laten zien hoe je een band moet verwisselen.” Een band verwisselen, dacht ze, daar betaal ik toch niet voor? “Stel, je hebt een lekke band,” vervolgde de instructrice haar verhaal, “dan stap je uit, je opent de kofferbak en haalt daar het korte rokje uit dat je speciaal voor dit soort gelegenheden in je auto hebt liggen. Die trek je aan en vervolgens ga je hulpeloos naast je auto staan. Binnen de kortste keren stopt er een man voor je die je band gaat verwisselen. Jij voelt je even heel vrouwelijk omdat er een man (of misschien zelfs meerdere!) voor je stopt en hij kan zich even lekker mannelijk voelen. Een win-win-situatie!” Toen ze mij dit verhaal vertelde, moest ik er hard om lachen. Het is wat seksistisch, maar ach, de strekking is duidelijk, nietwaar?

Tien mannelijke minuten later lag de niet al te harde reserveband erop. “Waar moet u naartoe?” “Apeldoorn.” “Als ik u was zou ik even langs een tankstation rijden om de band op te pompen. Er zit niet al te veel lucht meer in.” “Oké, bedankt voor de tip!” Terwijl ik met een oude doek de smeer van mijn handen aan het vegen was, keek ze me doordringend aan alvorens iets uit de auto te pakken. Was ze nou met me aan het flirten? Met een dubbelgevouwen briefje van tien kwam ze op me toe lopen. “Alsjeblieft, voor de moeite!”

Ik weigerde vriendelijk doch resoluut om het aan te nemen. Waarom kunnen Nederlanders hun dankbaarheid alleen laten zien met geld, verzuchtte ik in mezelf. In sommige culturen zou een dergelijk gebaar als extreem beledigend worden ervaren. Wat denkt ze wel? Dat ik niet bereid ben om dit voor niks te doen? Bedank me gewoon hartelijk, dat is voldoende. Zij kan haar weg weer vervolgen en ik heb me even lekker mannelijk kunnen voelen. Lijkt me een prima transactie.

Oké, wellicht had ik de situatie voor mezelf wat meer kunnen uitbuiten. Eerst m’n shirt aan flarden scheuren, dan met gebalde vuisten op m’n borstkas slaan en wat oerkreten uitstoten, dan even die band verwisselen, om vervolgens een boom om te hakken, daar een vuur van te maken, een passerend hert dood te knuppelen en dat op mijn zelfgestookte vuur te braden, terwijl ik haar wat eten aanbood. Maar helaas, die tijden zijn voorbij.

Mannen en vrouwen zijn in deze voortdurend veranderende wereld continu in de war over hun eigen identiteit. Laten we elkaar dan op z’n minst dit soort momenten gunnen. Want zeg nou zelf: waar kun je je tegenwoordig nou nog écht mannelijk voelen?

© Sjaak van Haaster – Tekstbureau de Taalformule

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s