Mijn bestemming Krimpen aan de Lek ligt naast Krimpen aan den IJssel. Krimpen aan den IJssel ligt tegenover Capelle aan den IJssel en naast Ouderkerk aan den IJssel, niet te verwarren met Ouderkerk aan de Amstel. Neem je de pont vanuit Krimpen aan de Lek, dan kom je in Kinderdijk.
Weggezonken in gedachten zit ik achter het tweepersoons tafeltje dat me even hiervoor stellig is toegewezen door de mollige serveerster met het Spaanse uiterlijk die me aanvankelijk in het Engels aansprak. Toen ik er in eerste instantie voorbij liep om na te gaan of het raam iets verderop uitkeek op de voornamelijk bij buitenlanders beroemde molenrij, hoorde ik haar stem achter me: ‘Meneer, het is wel de bedoeling dat u aan een tafeltje voor twee gaat zitten.’ ‘Ik wilde alleen even uit het raam kijken’, reageerde ik geprikkeld. Ze ging er niet op in. Het restaurant was op twee mensen na volledig uitgestorven toen ik binnenkwam.
Twee Chinese jongens die na mij het pand betreden, nemen plaats aan de vierpersoonstafel. Binnen een minuut verschijnt er een andere serveerster, die de Aziaten vriendelijk verzoekt van tafel te wisselen. Ze verplaatsen zich gedwee naar een plek schuin voor mij, gedwee zoals alleen Chinezen en Japanners dat kunnen. Een half uur later zijn alle tweepersoonstafels bezet, maar tweetallen overspoelen vanmiddag deze tent. De slotsom is dat alle tafels bezet zijn, maar enkel en alleen met duo’s, alle inspanningen van de bediening ten spijt.
O, mijn thee! Ik schrik op uit mijn gedachten en als door een wesp gestoken omsluit ik met mijn hand het nog altijd hete glas, alsof ik met een snelle beweging had kunnen voorkomen dat het theewater was afgekoeld. Ik lach in mezelf om mijn spastische reactie.
Als ik mijn hoofd naar links draai, lees ik: ‘Women never know what they want. Men never know what they have.’ Wanneer ik vervolgens naar rechts kijk, zie ik een vrouw van middelbare leeftijd in een motorpak gebiologeerd naar me kijken. Net voordat het ongemakkelijk wordt, glimlach ik naar haar: ‘Hoi!’ ‘O, hoi, ja, ik zit te kijken naar die tegel vlak boven je hoofd.’ Vrouwen zijn wispelturig, mannen materialistisch. Lekker diepgaand, maar daar is het ook een tegel voor. ‘En ben je het ermee eens?’, vraag ik licht sarcastisch. ‘Ja, ik kan me er wel in vinden’, antwoordt ze, terwijl de glimlach om haar lippen haar antwoord kracht lijkt bij te zetten. O, o, die hebzuchtige mannen toch, lijkt ze te denken. Of: die twijfelende vrouwen ook altijd. ‘En jij?’, vraagt ze. ‘Volgens mij is het onzin’, zeg ik stelliger dan ik wil.
Zo’n tegelwijsheid past perfect bij een plek als deze, dat wel. Ze is weinig verrassend en dat is Kinderdijk ook. Toen ik de pont af reed, verwachtte ik toeristen, molens en horeca te zien en dat was precies wat ik aantrof. Ik parkeerde mijn auto achter een Franse. Nadat ik was uitgestapt, wees een tegel in het trottoir met een molentje en een pijl me naar waar ik niet heen wilde. Honderden toeristen kuierden langs de molens. Op de menukaart van het restaurant stonden de gerechten in het Engels en de dienstbaarheid van het personeel was ver te zoeken.
De ene tegel wilde me laten doen wat de massa doet, de ander wilde me laten denken wat de massa denkt. En dat terwijl ik hier alleen maar kwam om te lunchen. Ik kan niet tegen dit soort plekken. Ze zijn voorspelbaar, vervelend en gaan tegen mijn gevoel in. Net als onware cliché’s over mannen en vrouwen.
© Sjaak van Haaster